Een ontmoeting in het groen
Op bezoek in Den Helder
De liefde bracht Albertha Postma in 1991 naar Den Helder en inmiddels is ze niet meer weg te denken uit de wijk Tuindorp. Ze is er een van de drijvende krachten achter het project ‘Ontmoeting in het groen’ dat een braakliggend stuk grond naast de Tuindorpschool omtoverde tot een groene oase.
Op de vraag wat nou typisch Den Helder is, moet ze heel even nadenken. Maar al snel komt het antwoord: “Den Helder is geen stad, maar meer een dorp. Iedereen kent elkaar en het is een hechte gemeenschap. We helpen elkaar. Als de een het niet kan, doet de ander het.”
Het Hendrik Jan Smit-hofje in Tuindorp is daar een mooi voorbeeld van. Onder de bezielende leiding van Albertha creëerde de buurt een ontmoetingsplek in het groen. Het begon allemaal toen ze naar de gemeente stapte met de vraag of ze met de wijk het stuk grond mochten adopteren. De gemeente stemde toe en betaalt, net als Woningstichting Den Helder, mee aan het onderhoud. Albertha: “Mensen die hier een tijd niet geweest zijn, weten niet waar ze moeten kijken. Zo is groen is het hofje nu.” En dat werd in 2019 beloond met de aanmoedigingsprijs van Operatie Steenbreek.
Het groene karakter van het hofje is niet het enige voordeel, het is uitgegroeid tot een echte ontmoetingsplek. Veel omwonenden komen regelmatig langs om te helpen of voor koffie en een praatje. Albertha: “Soms worden dan ook iemands problemen besproken. Ik heb een achtergrond in sociale dienstverlening en kan mensen de goede kant op wijzen. Maar vaak heeft juist een van de andere bezoekers een oplossing.”
De vrijwilligers van het hofje werken ook samen met de naastgelegen Tuindorpschool. Ze bouwen nu aan een nestkastenboom op de schoolmuur. “Veel kinderen vinden het geweldig om te helpen in de tuin. Ze mogen hier alles doen en kunnen zichzelf zijn. Maar bij vloeken en pesten trek ik de grens.” Albertha werkt graag met de kinderen. “Ik baalde echt van corona, toen mocht het hek naar de school niet meer open.” En dat was niet alleen voor de kinderen vervelend. “Onze wijk is heel hecht, maar er heersen ook wel wat vastgeroeste ideeën. Zo van: ‘het is niks en het wordt niks’. Dat probeer ik juist via de kinderen om te keren.”