
De puzzel past niet
Noord-Holland staat voor grote uitdagingen. Er is ruimte nodig voor bijvoorbeeld woningen, water, energie, natuur, bedrijventerreinen en landbouw. Maar de vraag naar ruimte is groter dan het aanbod. De provincie komt minstens 27% ruimte tekort. Waar moeten we rekening mee houden bij de indeling van onze ruimte in de toekomst? We vroegen het hoogleraar Ruimtelijke Planning en Strategie Peter Pelzer (TU Delft) aan de hand van een aantal dilemma’s.
Een veelgebruikte metafoor bij de indeling van onze ruimte is ‘de puzzel’. We hebben puzzelstukjes (zoals wonen, water, energie, natuur, bedrijven, landbouw) en die moeten we op een logische manier op de kaart van Noord-Holland leggen. Het probleem is: er zijn meer puzzelstukjes dan er in de puzzel passen. Oftewel: we hebben te weinig ruimte om al onze ambities waar te maken. Hoogleraar Peter Pelzer: “Ik snap de puzzelmetafoor, want het is zeker passen en meten. Maar eigenlijk is het natuurlijk ook een strijd om de ruimte. Iedereen heeft een eigen belang en dus een mening over hoe we de toekomstige ruimte moeten verdelen.”
Daarom vraagt de provincie inwoners vanaf 3 november mee te denken over de ruimtelijke dilemma’s die er spelen. In een online keuzewijzer kunnen inwoners aangeven wat zij het meest belangrijk vinden. Bijvoorbeeld over de vragen: Waar en hoe bouwen we woningen in Noord-Holland? Beschermen we ons maximaal tegen wateroverlast door klimaatverandering of accepteren we dat de straten af en toe blank staan? Willen we als Noord-Holland zelf meer energie opwekken? En zijn we bereid landbouwgrond in te leveren?
Belangrijk
Als je kijkt naar de kaart van Noord-Holland, bestaat onze provincie voor een groot gedeelte uit landbouwgrond om voedsel op te produceren. Als we hier een deel van zouden inleveren, komt er meer ruimte vrij voor bijvoorbeeld woningbouw, energieopwekking of andere bedrijven. Maar dat betekent ook dat de voedselproductie in Noord-Holland daalt en dat we afhankelijker worden van (mogelijk duurdere) importproducten. Pelzer: “Nu de ruimte zo schaars wordt, is het aan de Noord-Hollanders zich erover te buigen wat zij richting de toekomst belangrijker vinden.”
Belangen
Daarin maakt Pelzer een onderscheid tussen een toekomst op de korte en lange termijn. “We hebben de morele plicht naar onze kleinkinderen en achterkleinkinderen dat wij een Noord-Holland achterlaten waar het ook voor hen nog steeds fijn is om te wonen. Daarom moeten wij onze keuzes niet alleen maken op basis van het kortetermijnbelang.” Toch blijkt dit in de praktijk nog moeilijk, ziet Pelzer. Hij neemt de wooncrisis als voorbeeld. “De tendens is nu om barrières weg te nemen en snel locaties te zoeken om te gaan bouwen. Maar zo’n woonwijk staat er meteen voor de komende 150 jaar. Wie weet hebben we die ruimte over 20 jaar wel weer nodig voor iets anders of blijkt die locatie kwetsbaar bij een veranderend klimaat.”
Daar hangt het volgende dilemma mee samen: bouwen we in de open ruimte of zo veel mogelijk in of aan de rand van bestaande wijken? Nieuwe woningen kunnen snel worden gebouwd in open gebieden zoals weilanden of natuur, maar dat betekent verlies van landschap. Pelzer: “Bestaande wijken volbouwen met nog meer woningen is logisch, want doordat de infrastructuur er al ligt is het goedkoper en je hoeft er minder landschap voor in te leveren. Tegelijkertijd zit daar een limiet aan, want wijken moeten ook leefbaar blijven met genoeg ruimte voor bijvoorbeeld groen. Dat is de afweging die inwoners moeten maken.”
Flexibiliteit
Maar hoe maak je dan plannen voor de toekomst als er nog zo veel onduidelijk is? Door klimaatverandering en de komst van nieuwe technologieën kan het zo zijn dat we over een paar jaar opeens meer of minder ruimte nodig hebben voor een functie dan we nu denken. Daarom pleit Pelzer voor meer flexibiliteit bij het maken van ruimtelijke plannen. “Een nieuwe woonwijk of de zeesluis IJmuiden heeft honderden jaren invloed op het landschap. Maar je zou bepaalde gebieden kunnen aanwijzen waar je tijdelijke (container)woningen plaatst. Of voor de landbouw: tot 2040 garanderen we hier zoet water. Daarna kijken we opnieuw voor welke functie we deze ruimte het beste kunnen gebruiken. Dus we moeten ons niet alleen afvragen: wat komt waar? Maar ook: wat komt waar wanneer?”
Experimenteer
Nieuwe technologieën kunnen in de toekomst ook uitkomst bieden. Zo is een van de dilemma’s uit de online keuzewijzer: onszelf tegen hoog water beschermen met natuurlijke bescherming (denk aan duinen of water meer ruimte geven) of vertrouwen op toekomstige technologie.
Pelzer: “Het is nog niche, maar we zouden kunnen denken aan drijvend bouwen. Het is ingewikkeld en de kosten liggen nu nog hoger, maar het is een interessante omslag in het denken. Natuurlijk kan dit niet overal, maar het lijkt me goed hier in ieder geval mee te experimenteren.”
Ook de ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie kunnen sneller gaan dan waar we nu rekening mee houden, denkt Pelzer. Zo is het bijvoorbeeld de vraag hoeveel duurzame energie we in Noord-Holland willen opwekken. Dat kan met windmolens op land, maar die nemen ruimte in beslag en zorgen voor geluid- of slagschaduwoverlast. Maar als we minder energie opwekken, worden we afhankelijk van import van energie en lopen de kosten mogelijk op. “Wind op land heeft nadelen voor omwonenden, maar is belangrijk voor het energiesysteem omdat de energiebron dichtbij het gebruik is. Windmolens staan er vaak een jaar of 20. Het kan best dat we die molens daarna niet meer nodig hebben vanwege betere batterijen om onze energie op te slaan. Het punt blijft: de ruimte in Noord-Holland is schaars. Daar moeten we dus – met het oog op onze kleinkinderen – zuinig en op een slimme manier mee omgaan.”