
Onderweg naar SAIL 2025
Het grootste nautische evenement ter wereld keert na 10 jaar terug naar Noord-Holland: SAIL 2025. Een vloot van tientallen tall ships en duizenden andere schepen trekt tijdens de SAIL-In Parade (20 augustus) en SAIL-Out Parade (24 augustus) door het Noordzeekanaal tussen IJmuiden en Amsterdam. Met tienduizenden kijkers langs de route én veel wegwerkzaamheden rond Amsterdam zorgt het spektakel ook voor een enorme verkeerspuzzel. 4 betrokkenen aan het woord. “Maak van SAIL een geweldig feest, maar ga goed voorbereid op pad en plan je bezoek!”
Yolanda Lembeck, projectleider werkgroep verkeer
Een megaklus. Zo noemt projectleider Yolanda Lembeck de verkeersoperatie voor SAIL 2025. Samen met vertegenwoordigers van 19 organisaties staat zij in de verkeerswerkgroep aan het roer van deze ingewikkelde puzzel. Provincie, gemeenten, het recreatieschap Spaarnwoude, veiligheidsregio’s, Rijkswaterstaat, vervoersbedrijven, GVB en politie: iedereen is verantwoordelijk voor het leveren van informatie, hun eigen stuk infrastructuur of gebied. Juist dan is samenwerking volgens haar hard nodig. “Een wegafsluiting in gebied A kan namelijk grote gevolgen hebben voor de verkeersstroom in gebied B.”
Ze schetst de omvang van de verkeersoperatie rondom SAIL-In en SAIL-Out: “Het is het grootste nautische evenement ter wereld en het grootste openbare event van Nederland. Bovendien is 2025 niet alleen de 10e editie en 50e verjaardag van SAIL, maar viert Amsterdam dit jaar ook haar 750-jarig bestaan én wordt deze zomer op diverse plekken in de provincie druk aan de weg gewerkt. Het is onze taak om dat allemaal in goede banen te leiden.”
Extra verkeersbewegingen
Die voorbereiding begint met het opstellen van een mobiliteitsplan. Daarin staat hoeveel bezoekers er worden verwacht, op welke locaties langs het Noordzeekanaal ze naar de vloot kunnen kijken, met welke vervoersmiddelen ze komen en welke maatregelen nodig zijn. Lembeck was ook in 2020 projectleider van de verkeersoperatie rondom SAIL-In en SAIL-Out, maar deze editie werd vanwege Covid-19 afgelast. Daarom werden voor deze editie als input de draaiboeken van SAIL 2015 en 2020 uit de kast getrokken.
Het exacte aantal mensen dat naar de vloot komt kijken is volgens Lembeck echter moeilijk te voorspellen: “Op verschillende locaties langs de route zijn feestjes bij bedrijven. Die zorgen voor extra verkeersbewegingen, dus moeten we goed in kaart brengen bij welke gemeente vergunningen zijn afgegeven voor een SAIL-activiteit en wat de impact hiervan is op het gebied. We kijken vervolgens naar de verkeersmaatregelen die per gebied of gemeente nodig zijn. Welke wegen zijn afgezet? Waar zitten de knelpunten? Waar moeten verkeersregelaars staan? En hoe zorgen we dat bewoners en bedrijven langs afgesloten wegen toch bereikbaar blijven?
We roepen bezoekers op zoveel mogelijk lopend of op de fiets naar SAIL-In en SAIL-Out te komen. Bezoekers die toch met de auto komen moeten vooraf een parkeerkaart kopen, zodat we weten welke parkeerlocaties volstromen. Bij parkeerterrein Bazaar Beverwijk kunnen zij vervolgens met hun parkeerticket meerijden met een van de tientallen (pendel)bussen naar een mooie kijkplek.”
Livebeelden
Tijdens SAIL-In en SAIL-Out wordt in het gemeentehuis van Velsen een mobiliteitscentrum ingericht. Vanuit daar houden betrokken partijen uit de werkgroep alle verkeersstromen met auto, openbaar vervoer en fiets via schermen nauwlettend in de gaten. Lembeck: “Op deze manier kunnen we heel snel schakelen als er langs de routes ongewenste situaties ontstaan. We moeten met elkaar een gebied van 18 kilometer bereikbaar houden. Daarom zijn er ongeveer 300 mensen buiten aan het werk om het verkeer te begeleiden en te monitoren. Zo hebben we via de portofoon contact met projectleiders en verkeersregelaars in het veld die ons van informatie voorzien. Verder sturen motorrijders met camera’s voortdurend livebeelden en maken we gebruik van drones. Op deze manier zien we vanuit de lucht verkeersstromen en kunnen we snel aan de knoppen draaien als er ergens opstoppingen dreigen te ontstaan.”
Met alle verkeershectiek volgt Lembeck de in- en uittocht van SAIL vooral binnen op een scherm. “Desondanks vind ik het heel bijzonder om dit evenement op deze manier van start tot eind mee te maken. SAIL betekent voor mij 5 dagen verbroedering, voor jong en oud. Mijn advies voor bezoekers? Maak van SAIL een geweldig feest, maar ga goed voorbereid op pad en plan je bezoek!”
Bas Heijselaar, Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Een enorm evenement als SAIL dat samenvalt met enkele grote werkzaamheden aan de weg en het spoor in de regio Amsterdam: het lijkt een combinatie die vraagt om verkeerschaos. “Als ik in mijn eigen glazen bol kijk, dan voorzie ik wel dat het onderliggend wegennet die druk gaat voelen”, bevestigt Bas Heijselaar van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. “Ik verwacht geen chaos, maar bij een normale wegafsluiting raken mensen al in de war. We kunnen alleen nog maar rijden op een navigatiesysteem, bijna niemand heeft nog een beetje stratenkennis.”
Bij de voorbereidingen op SAIL-In en SAIL-Out zijn rond het Noordzeekanaal 3 veiligheidsregio’s betrokken: Zaanstreek-Waterland, Kennemerland en Amsterdam-Amstelland. Zij hebben op het gebied van bereikbaarheid een adviesrol naar wegbeheerders als de provincie, gemeenten en Rijkswaterstaat. “Voor ons is het vooral belangrijk dat wij onze basiszorg kunnen blijven verlenen”, vertelt Heijselaar. “Bepaalde wegen zijn een belangrijke calamiteitenroute voor brandweer, ambulance en politie en moeten daarom altijd vrij en bereikbaar zijn. Ook op sommige plekken langs het Noordzeekanaal en richting de parkeervelden willen we geen fietsers, voetgangers of geparkeerde auto’s. Deze locaties zijn vastgelegd in het mobiliteitsplan en worden extra gemonitord. Van eerdere edities hebben we geleerd dat het anders een soepzooitje wordt.”
Bufferzone
Tijdens SAIL-In en SAIL-Out wordt naast het mobiliteitscentrum ook een veiligheidscentrum ingericht. De betrokken veiligheidsregio’s en -diensten concentreren zich daar op mogelijke veiligheidsincidenten op de weg en op het water. Heijselaar: “Denk aan een grote brand of een aanvaring op het Noordzeekanaal waarbij een bootje omslaat, maar ook aan extreme hoos- of onweersbuien.” De in het centrum verzamelde informatie en data wordt vervolgens in een zogeheten veiligheidsinformatieknooppunt (VIK) gebundeld en geanalyseerd. “In het VIK hebben we een ‘digital twin’ van het evenement ingericht: een soort digitale kopie van de werkelijkheid. Crisisfunctionarissen kunnen op basis daarvan zien en zelfs voorspellen waar verstoringen kunnen optreden.”
Vooral rotondes zijn bekende knelpunten die op calamiteitenroutes altijd bereikbaar moeten zijn. Heijselaar: “Auto's mogen niet op, maar wel vóór een rotonde stilstaan. Dus als het verkeer dreigt vast te lopen, creëren we ruim voor de oprit naar de rotonde een bufferzone. Op deze manier garanderen we dat hulpdiensten over de rotonde en tegen het verkeer in kunnen rijden. De veiligheid en bereikbaarheid van een industrieterrein weegt voor ons zwaarder dan de doorstroming van het verkeer. Auto’s wachten dan maar even.”
Puzzelen
Voor een veilige verkeersstroom is bovendien een goede spreiding van bezoekers cruciaal. Heijselaar: “Dat blijft lastig, want mensen willen nu eenmaal altijd de beste plek en de voor hun makkelijkste route daar naartoe. Daar komt bij dat we wegen en gebieden gaan inrichten als kijklocaties. Je krijgt dus mensen op plekken waar normaal gesproken niemand komt. Een dijk langs de vaarroute is niets meer dan wat rotsblokken en een stuk gras. Misschien zijn er op kijklocaties ook nog foodtrucks voor een ‘natje en droogje’. Dat soort activiteiten moeten we goed in kaart brengen, zodat we de drukte en risico’s kunnen inschatten.”
Alle risico’s uitsluiten is volgens Heijselaar onmogelijk. “We houden rekening met extreme drukte, maar je kunt je nooit voorbereiden op het ergste. Denk aan een grote brand of een vliegtuig dat neerstort in de polder. We willen zo min mogelijk afwijken van het normaal. Als er tijdens SAIL-In een kettingbotsing gebeurt op de A9, dan loopt de verkeersdruk ook op andere wegen snel op en moeten we flink puzzelen om dat vloeiend om te leiden. Maar dat kunnen wij wel aan.”
Marieke van Beugen, Recreatieschap Spaarnwoude
Een vloedgolf aan wandelaars, fietsers, auto’s en campers die tijdens SAIL-In en SAIL-Out allemaal een mooie plek willen bemachtigen langs het Noordzeekanaal. Koeltassen volgepakt met eten en drinken en picknicksets met tafels, stoelen en parasols. Omgevingsmanager en evenementenspecialist Marieke van Beugen van het recreatieschap Spaarnwoude krijgt geen zwetende handen van dit beeld. “Wij zijn gelukkig wel wat gewend en laten ons niet gek maken”, vertelt ze. “Bij ons zitten een paar oude rotten in het vak, en dat mag ik na 17 jaar inmiddels ook van mezelf zeggen.”
Met zomerfestivals als Dance Valley en Mysteryland heeft het recreatieschap bovendien al veel ervaring met het managen van verkeersstromen tijdens grootschalige evenementen. Van Beugen: “We weten alle aanvoerroutes en kennen het gebied op ons duimpje. Wat er gebeurt met een terrein als het 3 dagen achter elkaar heeft geregend. Of het terrein dan nog bereikbaar is of dat we een paar tractoren moeten regelen om auto’s uit de modder te trekken.” Zelf steekt Van Beugen dan ook graag de handen uit de mouwen. “Een paar jaar geleden sleepte ik tijdens een evenement ook afgewaaide takken van het fietspad. Ik overleg liever buiten op de motorkap van een auto dan in een kantoor.”
Overal auto’s
SAIL is echter van een andere orde, beseft Van Beugen. Ze herinnert zich de laatste editie in 2015 nog goed. “We hadden geen idee wat we konden verwachten. Nou, de fietsers kwamen uit alle windrichtingen en gooiden hun fiets soms midden op de weg neer. Werkelijk overal stonden auto’s, met veel terreinschade als gevolg. Uiteindelijk heeft iedereen veilig een plekje langs het kanaal bemachtigd, maar het ging eigenlijk nét goed. Als bijvoorbeeld een weg wordt geblokkeerd door lomp geparkeerde voertuigen, kan de brandweer of ambulance er niet doorheen. Je moet er niet aan denken dat iemand in het gebied dan een hartaanval krijgt.”
Deze lessen zijn meegenomen in het mobiliteitsplan voor deze editie. Zo geldt in het gebied een eenrichtingsverkeersroute en zijn er diverse velden aangewezen waar meer dan 5.500 auto’s kunnen parkeren. Borden met pijlen en verkeersregelaars leiden de mensen naar een kijklocatie op zo’n 10 minuten lopen. De impact van zoveel auto’s op een veld is verbazingwekkend klein, aldus Van Beugen. “Even goed schoonmaken en de natuur doet de rest. Een paar dagen rust, regenbuitje en wind en voor je het weet staan de koeien weer te grazen. Dan zie je niet dat daar een week geleden nog duizenden auto’s stonden.”
Gastvrijheid
“We willen niet dat mensen in het gebied gaan ronddwalen”, aldus Van Beugen. “Mensen denken vaak: ‘ik moet daarheen, want mijn telefoon zegt dat’. Vervolgens zien ze meerdere informatieborden over het hoofd. Nou, dan geven wij ze een vriendelijk zetje in de goede richting. Als iedereen netjes luistert en de borden volgt, ontstaan er nauwelijks files. Er is bij ons genoeg capaciteit op onze wegen en parkeerlocaties om auto’s te laten ‘rollen’. Dat laatste is belangrijk, al is het maar 15 kilometer per uur. Zodra automobilisten stilstaan, raken ze in paniek.”
Het recreatieschap is in de ogen van Van Beugen vooral gastheer of -vrouw. “Die rol hebben we ook buiten de grote evenementen. SAIL is een prachtig feest om te hosten en we vinden het leuk om te zorgen dat mensen op de plek komen waar ze moeten zijn. Of beter gezegd: waar wij ze willen hebben. Geen idee hoeveel mensen er komen, maar we laten ons verrassen. We zijn er klaar voor, dus laat maar komen!”
Daisy Olierook, vaarweginspecteur provincie Noord-Holland
Of SAIL voor een vaarweginspecteur een hoogtepunt is? Daisy Olierook schiet in de lach. “Ik heb helemaal niks met boten. Ja, vroeger met vrienden in een rubberbootje. Bij de laatste editie van SAIL woonde ik in Amsterdam en ben ik de stad een paar dagen ontvlucht. En nu zit ik als teamsenior van de vaarweginspecteurs middenin de chaos. Ironisch, toch? Voor mij is SAIL echter de kers op de appelmoes.”
Zenuwen voor SAIL heeft ze niet. Met haar werkervaring als onder meer opsporingsambtenaar bij de NS, in de GGZ en persoonsbeveiliging is Olierook niet snel onder de indruk. Toch zijn die tientallen tall ships ook voor de ervaren vaarweginspecteur een indrukwekkend schouwspel. “Onze patrouilleboten zijn 15 meter lang, dan ben je naast zo’n driemaster opeens heel klein. Dan slik ik waarschijnlijk ook wel even."
Informatieschermen
In totaal zijn 4 vaarweginspecteurs van de provincie Noord-Holland met 2 vaartuigen het hele evenement in touw. Olierook. "Onze rol is signaleren, observeren en veiligheid waarborgen. We sluiten vaarwegen af en patrouilleren daar, houden toezicht bij activiteiten op het water en uiteraard begeleiden we alle schepen tijdens de parade van SAIL-In en SAIL-Out. Het worden lange dagen, we moeten 12 uur per dag scherp zijn. We varen met 2 patrouilleschepen van de provincie tussen duizenden andere vaartuigen. Dat is alsof er 1 beveiliger rondloopt op een groot festivalterrein. Gelukkig staan we niet alleen en werken we op het water nauw samen met andere nautische handhavers, zoals de politie en Rijkswaterstaat.”
Tijdens SAIL zijn de inspectieboten voorzien van grote informatieschermen, waarmee de vaarweginspecteurs verkeersaanwijzingen kunnen geven. Olierook verwacht dat dit geen grote problemen oplevert: “Veruit de meeste mensen die meevaren weten wat ze doen. Bovendien leert de ervaring dat mensen op het water een stuk gemoedelijker zijn dan mensen op de weg. Ongevallen en wangedrag zien we vooral bij jongere, onervaren schippers. Mensen in snelle bootjes die denken dat ze overal wel tussendoor kunnen varen. Of toeristen die het Noordzeekanaal willen oversteken en geen flauw benul hebben van de regels. In dat geval grijpen we direct in en schakelen we de politie in.”
Mierennest van schepen
Tijdens SAIL-In en SAIL-Out gelden op het water aangepaste vaarregels. Zo is er beide dagen een verplichte vaarrichting en een maximumsnelheid van 6 (SAIL-In) en 12 (SAIL-Out) kilometer per uur. Met die snelheidsbeperkingen nemen de zuigkracht en golfslag van die enorme schepen flink af. Toch blijft het volgens Olierook opletten geblazen op het water. “Tijdens SAIL-In en SAIL-Out is het Noordzeekanaal één groot mierennest. Vergelijk het maar met een flinke file op de A4 of als je met de auto op Koningsdag door Amsterdam rijdt. Een ongeluk zit dan in een klein hoekje.”
Olierook raadt mensen die willen meevaren aan om zich vooral goed voor te bereiden. “Zorg ten eerste dat je de vaarregels kent en dat je voldoende water en reddingsvesten aan boord hebt. Draag als bestuurder ook een veiligheidskoord. Dan stopt de motor als je overboord valt en wordt je boot in die drukte geen ongeleid projectiel. En volg aanwijzingen van de organisatie, politie, hulpdiensten en vaarweginspecteurs op. Dat doen we niet om te pesten, er is altijd een veiligheidsreden. Onervaren schippers kunnen tijdens de parade het beste zoveel mogelijk aan de buitenkant varen. Heb je nog nooit gevaren? Blijf dan uit het water en ga lekker langs de kant genieten.”