
6 vragen over het stroomnet in Noord-Holland
Het volle elektriciteitsnet in Nederland roept veel vragen op. Wat moet er gebeuren om de problemen op te lossen en wat gaan inwoners daarvan merken? En hoe zit het stroomnet eigenlijk in elkaar? Dit artikel legt het uit.

1. Hoe zit het Nederlandse elektriciteitsnet in elkaar?
Je kunt het stroomnet in Nederland zien als een wegennet met rijkswegen, provinciale wegen en lokale wegen. Op het elektriciteitsnetwerk worden de ‘wegen’ gevormd door hoogspannings-, middenspannings- en laagspanningskabels. Dat ingewikkelde netwerk van lijnen en kabels vervoert de elektriciteit naar de plekken waar mensen het nodig hebben: stopcontacten.
Maar alles begint bij het maken van de stroom. Meer dan 30 energieleveranciers op de Nederlandse markt – van Oxxio tot Vattenfall – zorgen daarvoor. Zij produceren elektriciteit onder meer met windturbines en zonnepanelen. Ook doen ze dat nog door fossiele brandstoffen zoals aardgas en steenkool, of biomassa te verbranden.
Vanaf de productieplekken gaat de elektriciteit via kabels het hoogspanningsnet in van TenneT, de enige landelijke netbeheerder. De aftakkingen van de hoogspanningslijnen lopen naar onderstations. Een onderstation is een elektrische installatie van TenneT en Liander. Laatstgenoemde beheert in het grootste deel van Noord-Holland het midden- en laagspanningsnet.
Onderstations zijn belangrijk omdat er transformatoren en installaties staan die energie van hoge spanning omzetten naar lagere spanning: de spanning die jij thuis of op je werk gebruikt. Vanuit de onderstations liggen ondergrondse verbindingen naar transformatorhuisjes. Daarvandaan gaat de stroom naar stopcontacten; dat is het laagspanningsnet. Het elektriciteitsnet wordt ook gebruikt om opgewekte stroom van huishoudens terug te leveren.

2. Waarom zit het elektriciteitsnet vol?
Omdat de vraag naar stroom én de productie van stroom heel hard groeien. Het elektriciteitsnet kan die groei niet aan. De sterk gestegen stroomvraag heeft meerdere oorzaken:
- De groei van bedrijven, industrie en de bevolking.
- De digitalisering. Daardoor verbruiken mensen meer energie. Zo is voor kunstmatige intelligentie (AI), online-vergaderingen en de opslag van data – bijvoorbeeld foto’s, filmpjes en bedrijfsinformatie – veel stroom nodig.
- Ondernemers en inwoners die overstappen van aardgas naar (groene) stroom. Denk aan het groeiende aantal warmtepompen en elektrische auto’s. Dit is nodig om klimaatverandering tegen te gaan, maar het belast het stroomnet flink.
Tot 2035 wordt een verdubbeling van de stroomvraag verwacht. Om elektrisch te kunnen blijven koken, autorijden, fietsen, gasloze woningen op te leveren en alle digitale middelen zoals smartphones en AI te gebruiken, is steeds meer elektriciteit nodig. En dus ook meer zonnepanelen en windmolens.
Vervolgens moet al die opgewekte elektriciteit het net op en naar de gebruiker worden gebracht. Maar omdat het net dat niet aankan, ontstaan ‘files’ – ook wel netcongestie genoemd. Hierdoor kunnen wind- en zonneparken hun stroom niet kwijt en grote gebruikers geen aansluiting krijgen. Het net moet dus worden uitgebreid en verzwaard. Volgens onderzoek van TenneT kan de komende 10 jaar in een groot deel van Noord-Holland geen ruimte worden gemaakt op het bestaande volle elektriciteitsnet. Dit betekent dat er wachtlijsten zijn voor bedrijven, zorginstellingen, supermarkten en zwembaden die een stroomaansluiting willen. Maar ook nieuwbouwwijken kunnen straks misschien niet worden aangesloten. Overbelasting van het net kan leiden tot stroomstoringen in delen van Noord-Holland.

3. Welke maatregelen zijn nodig om het elektriciteitsnet klaar te maken voor de toekomst?
Er moeten onder andere nieuwe onderstations, hoogspanningsverbindingen en transformatorhuisjes worden geplaatst. In Noord-Holland worden vele hiervan komende jaren gebouwd. Zo hebben het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) en netbeheerder TenneT onder meer plannen voor een extra 380 kilovolt (380.000 volt!) hoogspanningsverbinding tussen hoogspanningsstations Diemen in Noord-Holland en Lelystad en Ens in Flevoland.
Een ander groot plan gaat over noordelijk Noord-Holland. Dat gebied heeft een stroomnetwerk met 150 kilovolt aan capaciteit. In tegenstelling tot de rest van Nederland heeft Noord-Holland Noord nog geen 380kilovoltlijnen en -kabels. En die zijn wel nodig. Om in de beeldspraak van het wegennet te blijven: er moeten extra ‘rijkswegen’ bij om de elektriciteitsinfrastructuur geschikt te maken voor de toekomst.

4. Wat is er nodig voor bijvoorbeeld de aanleg van 380 kilovolt naar Noord-Holland Noord?
2 nieuwe hoogspanningsstations en 40 tot 60 kilometer aan enkele of dubbele mastenrij met hoogspanningsverbindingen. Voor de 2 nieuwe 380-kilovoltstations worden 23 mogelijke locaties onderzocht: 1 moet komen op een nog te bepalen plek langs het bestaande 380 kV netwerk (dat loopt tussen Beverwijk, via Oostzaan naar Diemen) en 1 moet komen nabij Agriport (Schagen-Hollands Kroon).
De hoogspanningsverbinding tussen de 2 nieuwe 380-kilovoltstations wordt in principe bovengronds aangelegd; daarvoor worden 5 mogelijke routes (tracés) en combinaties van die routes onderzocht. Deze routes liggen tussen Beverwijk en Diemen en lopen richting de Kop van Noord-Holland. De kortste route is zo’n 40 kilometer lang, de langste 60. Dit betekent dat er een rij van 100 tot 150 hoogspanningsmasten nodig is. Gemeenten, waterschappen, provincie, inwoners, organisaties en bedrijven denken mee over de meest geschikte optie.

5. Waarom is het zo belangrijk om het elektriciteitsnet aan te pakken?
Omdat we anders straks niet genoeg energie hebben. Een goed elektriciteitsnet is noodzakelijk voor onze economie, werkgelegenheid, woningbouw, opleiding en verduurzaming. Dat gaat verder dan de provinciegrenzen. Zo helpt Noord-Holland mee met de levering van voldoende energie voor ons land en Europa. Ook speelt de provincie een rol in onder meer de economie en op het gebied van technologische ontwikkelingen zoals datacenters en digitale infrastructuur.
En de grote hoeveelheid windenergie die op zee wordt opgewekt moet een weg vinden naar gebruikers in Nederland. Als de provincie niets doet, kunnen de files op het Noord-Hollandse elektriciteitsnet toekomstige ontwikkelingen vertragen. Denk aan: nieuwe woonwijken bouwen of het op grotere schaal inzetten van AI, bijvoorbeeld in de zorg.

6. Wat gaan Noord-Hollanders merken van de maatregelen?
In Noord-Holland worden enkele grote onderstations en veel nieuwe transformatorhuisjes in wijken geplaatst. Ook zal het vertrouwde beeld van ons landschap op sommige plekken veranderen door hoogspanningsmasten of grote transformatorstations. Inwoners, fabrieken, ondernemers en natuurorganisaties kunnen daar baat bij en last van hebben. Het is namelijk een ingewikkelde puzzel om alle noodzakelijke ‘stukjes’ in te passen in het landschap. Er is immers ook ruimte nodig voor natuur, bedrijven, wegen, cultuur en nog veel meer. Daarom bespreekt de provincie met veel partijen de vraag: Wat voor Noord-Holland willen we in de toekomst zijn? Die gesprekken moeten leiden tot een logische en verstandige indeling van de beschikbare ruimte.
Toch is niet alles ingewikkeld. Iedereen kan met handigheidjes en bewustwording helpen om het elektriciteitsnet een beetje te ontlasten. Het belangrijkste wat kan worden gedaan: energie besparen. Wat niet wordt gebruikt, hoeft namelijk ook niet te worden opgewekt en getransporteerd. Daarnaast zet de provincie zich al jaren in voor slimme energieoplossingen. Denk aan: batterijen gebruiken om energie op te slaan en met technologische snufjes pieken in vraag of aanbod van energie voorkomen. Het helpt ook als iedereen wat bewuster met energie omgaat. Energie is afhankelijk van het weer en daardoor niet altijd overvloedig beschikbaar. Hier bewust mee omgaan betekent bijvoorbeeld dat je de wasmachine aanzet of de auto oplaadt, wanneer het zonnig is of wanneer er niet zoveel vraag is. Zo wordt het stroomnet ontlast.
Wat is de rol van de provincie?
De provincie Noord-Holland, het Rijk, gemeenten, waterschappen, netbeheerders en andere partners werken samen met inwoners en bedrijven, grondeigenaren en (belangen)organisaties aan het energienetwerk. De rol van de provincie verschilt per project.
Soms is ze het zogeheten bevoegd gezag. Dit betekent dat Noord-Holland de plannen en aanvragen moet beoordelen, goedkeuren/vergunnen en handhaven. Maar vaker is de provincie 1 van de samenwerkende partijen die meepraat en advies geeft.

Een transformatorhuisje in Amsterdam, ook wel Peperbus genoemd.