6 vragen over opcenten
Ondanks een zeldzame verhoging heeft Noord-Holland ook in 2024 de laagste opcenten op de motorrijtuigenbelasting van alle provincies. Waaraan wordt het geld uitgegeven? En hoe kan het dat inwoners van Noord-Holland al 22 jaar het goedkoopst uit zijn – én blijven?
1. Is motorrijtuigenbelasting hetzelfde als wegenbelasting? En wat zijn opcenten precies?
De woorden ‘motorrijtuigenbelasting’ en ‘wegenbelasting’ worden altijd door elkaar gebruikt, maar het is een en dezelfde belasting. Opcenten zijn volgens de Dikke Van Dale ‘een procentueel bedrag waarmee de hoofdsom van een belasting wordt vermeerderd’. Provincies mogen dus bovenop de motorrijtuigenbelasting extra geld vragen om inkomsten te genereren. Het is hun enige manier om belasting te heffen bij inwoners. De Rijksoverheid stelt jaarlijks het maximum vast van deze provinciale belasting; voor 2023 was dat 125,8% van de motorrijtuigenbelasting. Hoewel alle provincies daar ruim onder zitten, zijn er flinke verschillen. Zo is auto- of motorbezit in Groningen en Zuid-Holland het duurst.
In Noord-Holland betalen motorvoertuigbezitters al sinds 2001 het minst. Dat blijft ook na de verhoging in 2024 zo. Voor leasebedrijven is het dus gunstig om in Noord-Holland gevestigd te zijn – en er zitten er dan ook veel. Zij hebben honderden voertuigen waarover ze belasting betalen. Net over de provinciegrens met Zuid-Holland zou dat behoorlijk schelen. Bij bijvoorbeeld een Kia Picanto 1.0 gaat het al om enkele tientjes per jaar. De Belastingdienst int de motorrijtuigenbelasting samen met de opcenten. De hoofdsom gaat naar het Rijk; de opcenten-opbrengst naar de 12 provincies.
2. Wat gebeurt er 1 januari 2024 in Noord-Holland?
Dan verhoogt het nieuwe provinciebestuur de opcenten op de motorrijtuigenbelasting van 67,9 naar 77,4%. Een zeldzaamheid, want de laatste stijging dateert alweer van 14 jaar geleden. Noord-Holland blijft de provincie met de laagste opcenten. Concreet betekent de maatregel dat een inwoner met de eerdergenoemde Kia Picanto in plaats van € 92,68 straks € 105,65 per jaar kwijt is aan opcenten (€ 12,97 meer). Dat bedrag komt bovenop de vaste hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting – voor de Picanto is dit € 136,50 per jaar.
Iemand met een Range Rover P400 betaalt jaarlijks € 84,01 meer aan opcenten. Voor motoreigenaren is dat stukken minder. De opcenten stijgen van € 16,60 naar € 18,93 per jaar. Inwoners met een elektrische auto betalen trouwens geen motorrijtuigenbelasting. Datzelfde geldt uiteraard voor mensen zonder auto of motor.
3. Worden de inkomsten van de wegenbelasting alleen uitgegeven aan wegen?
Nee. Provincies mogen de opbrengst van deze belasting besteden hoe ze willen. Opcenten zijn een zogenoemd ‘algemeen dekkingsmiddel’. Dit betekent dat het geld naar de totale provinciale begroting gaat. Hiermee wordt vervolgens van alles gerealiseerd en betaald. Van wegen aanleggen tot nieuwe bomen planten. Over de uitgaven legt het dagelijks bestuur van de provincie verantwoording af aan Provinciale Staten.
De Statenleden zijn tijdens de verkiezingen in maart 2023 gekozen door stemgerechtigde inwoners. Volgens de jaarrekening van 2022 ging het geld grotendeels naar wegen, bruggen, havens, sluizen en het openbaar vervoer. Ook investeerde Noord-Holland in schone energie, duurzame woningen, natuur, waterbeheer, cultuur, schone lucht en een aantrekkelijk ondernemersklimaat.
4. Hoe kan Noord-Holland al 22 jaar de goedkoopste zijn – en blijven – met de opcenten?
Dat is een politieke keuze. Opeenvolgende colleges van Gedeputeerde Staten wilden niet meer belasting heffen dan strikt noodzakelijk was. Bovendien had de provincie, onder meer door verkoop van de aandelen van Nuon, voldoende andere inkomstenbronnen. De inkomsten bestaan uit 3 delen. Het grootste deel komt van het Rijk, uit het zogeheten provinciefonds. In 2022 was dit voor Noord-Holland € 257,2 miljoen. Wegenbelasting leverde dat jaar € 229,8 miljoen op. En de provincie heeft inkomsten uit aandelen: € 72,6 miljoen.
In 2024 kiest Noord-Holland er opnieuw bewust voor om de laagste te zijn met de opcenten. “Wij voorkomen onnodig hoge belastingdruk voor onze inwoners door jaarlijks kritisch te kijken naar hoe wij onze ambities zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen verwezenlijken”, staat in het ‘coalitieakkoord 2023-2027 Verbindend Vooruit!’.
5. Wat is de reden van de verhoging?
Het zijn er 2: inflatie en alle grote opgaven die er liggen. Ook voor provincies wordt alles duurder. Zo is bijvoorbeeld de prijs voor een kilometer asfalt fors gestegen. Verder zijn, net als in veel andere organisaties, de salarissen omhooggegaan. Daarnaast worden de uitdagingen voor provincies steeds groter. Van het stikstofdossier tot natuurontwikkeling en het woningtekort. “De opgaven van de provincie zijn meer dan andere jaren omgeven met onzekerheid”, vermeldt het coalitieakkoord. “Dat geldt ook voor de ambities in ons akkoord. Wij streven ernaar om de rekening voor de opgaven daar te laten landen waar die hoort. Ons uitgangspunt is dat opgaven vanuit het Rijk ook door het Rijk worden gecompenseerd.”
In het coalitieakkoord schrijft het provinciebestuur meer geld nodig te hebben voor haar plannen. Denk aan de aanleg van meer windmolenparken, extra geld voor handhaving van milieurichtlijnen en subsidies om financiële knelpunten in de woningbouw op te lossen. Verder is goed beheer en onderhoud van de infrastructuur cruciaal voor de verkeersveiligheid en doorstroming in de provincie. Om al deze uitdagingen op te kunnen pakken en financieel gezond te blijven, is verhoging van de opcenten noodzakelijk. De inkomsten van de provincie Noord-Holland stijgen daardoor gemiddeld met 16%. In 2024 gaat het om een bedrag van € 38 miljoen.
6. In 2030 verdwijnt de motorrijtuigenbelasting. Hoe betalen inwoners in de toekomst belasting aan provincies?
Dat is nog niet bekend. Omdat er steeds meer elektrische auto’s zijn en rekeningrijden eraan komt, stopt straks de motorrijtuigenbelasting zoals we die nu kennen. Daardoor verliezen provincies de opcenten als belangrijke inkomstenbron. Wat het alternatief wordt, hangt af van het overleg tussen de Rijksoverheid en de provincies die verenigd zijn in het Interprovinciaal Overleg (IPO). Statenleden van Noord-Holland tot Limburg hebben daarvoor ideeën aangeleverd.
Van een ‘mix van belastingen’ tot ‘invoering van opcenten op de kilometerheffing’. Een flinke puzzel, omdat er 12 provincies aan tafel zitten die soms andere belangen hebben. Het Rijk moet de begroting sluitend krijgen en zorgen dat inwoners niet allemaal verschillende soorten belastingen gaan betalen. Dat maakt het ingewikkeld.