Techniek is overal

De technische sector schreeuwt om kundig personeel, maar het aanbod is beperkt. Het onderwijs sluit namelijk niet altijd goed aan op de vraag van werkgevers en studenten kiezen minder vaak voor technische opleidingen. Deze 4 jongeren kozen hier wél voor en vertellen waarom de techniek zo belangrijk, maar vooral leuk is. “Ik kan letterlijk alles maken wat ik wil.”

Nicholas Walkman (22), technisch specialist personenauto’s

Sleutelen aan motoren van elektrische auto’s is geen grapje, dat weet Nicholas als geen ander. Hij is technisch specialist personenauto’s bij Renault Nieuwendijk in Amsterdam-Zuidoost en werkt regelmatig met spanningen van 400 volt. Pas nadat een speciale polsband hem heeft geaard, mag hij aan de slag. Zelfs het kleinste beetje statische elektriciteit kan namelijk funest zijn. “Het klinkt misschien gevaarlijk, maar dat schrikt mij niet af. Als je alle veiligheidsmaatregelen opvolgt, gebeurt er niets. En het werk is ook gewoon heel leuk.”

In de avonduren en weekenden heeft Nicholas de afgelopen tijd hard zijn best gedaan om zijn opleiding tot technisch specialist af te ronden. Dankzij dit papiertje is hij gekwalificeerd om te werken met elektrische auto’s. In de werkplaats van Renault Nieuwendijk is hiervoor een speciale ruimte ingericht die voldoet aan alle veiligheidseisen. “Het is mijn taak met metingen uit te zoeken wat er met de auto’s aan de hand is als ze bijvoorbeeld een storing aangeven.”

Van kinds af aan is Nicholas gefascineerd door auto’s. “Ik tekende ze altijd en wilde weten hoe alles in elkaar zit.” Dat het vak van automonteur een slecht of ‘vies’ imago heeft, snapt hij daarom niet. “Je krijgt misschien vieze handen. Aan het einde van de dag was je ze, en dan zijn ze weer schoon.” Hij denkt dat jongeren wel te enthousiasmeren zijn met open dagen of snuffelstages. “Als ze onderdelen van auto’s in en uit elkaar mogen halen, weet ik zeker dat ze er interesse in krijgen. Er is bovendien veel vraag naar monteurs, dus de baankansen zijn heel goed.”

Uitgeleerd ben je als technisch specialist personenauto’s nooit. Over 4 jaar moet Nicholas weer opnieuw examen doen om zijn certificering te verlengen voor 4 jaar. “De techniek verandert continu en er komen steeds nieuwe modellen bij. Je blijft jezelf dus altijd ontwikkelen.” Nicholas is daarom niet bang dat hij zich snel zal vervelen. En misschien nog wel het allerleukste van zijn werk: “Je mag bijna dagelijks in de meest uiteenlopende auto’s en de nieuwste Renaults rijden. En ja, daar zitten ook hele snelle tussen.”

Lars Zuurbier (20), student technische bedrijfskunde

Het waren niet zijn middelbare schooldocenten die Lars in 4 havo enthousiasmeerden voor de studie technische bedrijfskunde. Integendeel, de technische sector werd een beetje ondergewaardeerd. Nee, het waren zijn 2 ooms, een kennis én de buurman die met zo veel enthousiasme over de studie vertelden, dat Lars wel een kijkje móest nemen bij de open dagen in de buurt van zijn woonplaats Castricum. “Dat technische bedrijfskunde elk jaar weer hoog scoort als ‘best betaalde hbo-opleiding’ heeft ook wel geholpen”, geeft Lars eerlijk toe.

De studie draait volledig om het ontwerpen en verbeteren van bedrijfsprocessen. “Denk aan het verhogen van het rendement van productielijnen, maar ook aan inkoop, marketing en energietechniek.” Dat hij al tijdens zijn opleiding aan Inholland Alkmaar meerdere stages kon lopen, trok Lars erg aan. “Het blijft niet alleen bij leren uit boeken, je kunt meteen zien hoe het er bij bedrijven aan toegaat. Zelf heb ik stage gelopen bij groente- en fruitverwerkingsbedrijf Koninklijke Vezet en een mechanisch distributiecentrum. Ik heb veel vrijheid gehad om hun bedrijfsprocessen te onderzoeken.”

Het kostte Lars weinig moeite om die stageplekken te regelen. Technische bedrijven zitten namelijk te springen om stagiaires en goed geschoold personeel. Lars: “Het is kwalijk als er straks technische kennis verloren gaat. Overal komt techniek bij kijken, van het bouwen van huizen tot aan het eten op ons bord.” Het imago van de technische sector kan daarom wel een boost gebruiken, vindt Lars. “We moeten kinderen al vanaf jonge leeftijd enthousiast maken. Bijvoorbeeld door het tastbaarder te maken met praktische voorbeelden of meer praktijk in de klas.”

Het laatste half jaar stortte Lars zich op het ondernemerschap. Met 3 medestudenten heeft hij de Re-Ty uitgevonden, een voorwerp dat tiewraps makkelijker losmaakt, bijstelt en vasttrekt. Zo kunnen tiewraps tot wel 10 keer worden hergebruikt. “We hebben het product met duurzame materialen ontworpen, geproduceerd, aandeelhouders gezocht en het op de markt gebracht. We wilden minimaal 216 stuks verkopen, maar zitten inmiddels al over de 500.” Het ondernemen bevalt Lars zo goed, dat hij na zijn studie de master Entrepeneurship wil gaan volgen. Hij heeft zelfs al een nieuw productidee op de plank liggen, dat hij samen met zijn oom wil uitwerken. “Wat het is? Dat houd ik nog even geheim.”

Dana Dekker (23), student Junior Consultant Duurzaamheid

Als afgestudeerd grafisch vormgever had Dana haar pijlen in eerste instantie gericht op een vervolgopleiding bij de kunstacademie. Een onverwacht bezoek aan een open dag van het Nova College bracht haar toch op andere gedachten. “Eigenlijk was mijn zusje op zoek naar een opleiding, ik was alleen maar met haar meegekomen. Per toeval liep ik langs het informatiekraampje van de opleiding Junior Consultant Duurzaamheid. Vooral de combinatie tussen het economische en het technische sprak mij erg aan.”

Tijdens de opleiding leren studenten advies geven over duurzame technische toepassingen, bijvoorbeeld over de overstap van gas naar elektriciteit uit zonne- of windenergie. “Je krijgt vakken over sales en marketing, maar ook over technisch tekenen en natuurkundige berekeningen achter zonnepanelen. Dat laatste vind ik vooral erg leuk”, aldus Dana. Gelukkig valt er genoeg te rekenen: “Bijvoorbeeld hoeveel vermogen zonnepanelen opleveren, opslaan en weer teruggeven aan het net. Of hoe lang warmtepompen erover doen om een huis op te warmen.” De opgedane kennis bracht Dana in de praktijk tijdens haar stage bij de Omgevingsdienst IJmond. Daar voerde ze energiebesparende adviesgesprekken met huiseigenaren en huurders. Dat ze daarmee ook nog bijdraagt aan het behalen van de klimaatdoelen, vindt ze helemaal mooi meegenomen.

Als Dana in de klas om zich heen kijkt, valt haar wel een ding op: erg veel andere meiden zijn er niet. “In mijn leerjaar zit maar 1 ander meisje. Op de hele opleiding zijn er maar 5.” Dat ligt aan het imago van technische studies, denkt Dana. “Techniek wordt over het algemeen gezien als een echt mannenberoep. Bij veel mensen is dat met de paplepel ingegoten. Ik zie het ook bij mijn eigen familie. Mijn vader heeft een technisch beroep en mijn moeder werkte voorheen in de zorg.”

Als lid van de Nova Smart Girls community deelt Dana haar ervaringen in de technische wereld. Op open dagen staat ze klaar om andere meiden te enthousiasmeren voor de techniek. “Het is niet erg dat vrouwen soms gewoon andere interesses hebben, maar ze moeten niet denken dat technische vakken alleen voor mannen interessant zijn. Er zijn zat opleidingen en banen waar vrouwen ook heel goed tot hun recht komen.” Dana’s advies: “Oriënteer jezelf goed, en wie weet zit er voor jou ook wel een leuke technische studie tussen.”

Lemuel Bakker (18), student software development

Van jongs af aan is Lemuel al druk bezig met computers. Onderdelen in en uit elkaar halen of zelf websites in elkaar zetten, het is allemaal geen probleem voor hem. “Ik wist daarom al vrij snel: hier wil ik mijn werk van maken.” Wel moest hij nog een keuze maken tussen hardware of software. “Ik haal de meeste motivatie uit programmeren en websites en applicaties bouwen. Het is daarom software development geworden.”

Het allerleukste aan programmeren? Lemuel: “Dat ik er al mijn creativiteit in kwijt kan. Ik kan letterlijk alles maken wat ik zou willen. Tenminste, als ik eenmaal alle kennis heb. Het is de kunst om de site of app er mooi uit laten zien, zonder die sloom te maken. Niet te veel nutteloze codes dus.” Als hij klaar is met de opleiding, hoopt Lemuel aan de slag te gaan bij een creatief bedrijft dat websites maakt voor andere bedrijven. “Dat een restaurant uit de buurt bijvoorbeeld naar je toekomt om een website te maken. Dat lijkt me cool.”

Er is een grote vraag naar technisch geschoold personeel, zo ook in de informatietechnologie. “Best gek, want techniek is zo ontzettend belangrijk”, zegt Lemuel. “Waar je ook om je heen kijkt, techniek is overal. En hoe meer mensen er gebruik van maken, hoe meer mensen moeten snappen hoe het in elkaar zit. Bijvoorbeeld al dat thuiswerken tegenwoordig. Dat is alleen mogelijk omdat het videobellen enorm is verbeterd. Daar zitten allemaal technische mensen achter.”

Lemuel hoopt iedere twijfelende scholier over te halen om software development of een andere technische studie te gaan doen. “Probeer het gewoon. Banen zijn er in ieder geval genoeg. En in een week kun je al de meest simpele html schrijven en binnen een maand heb je al een eigen webpagina gemaakt. Als je het leuk vindt om creatief te zijn, dan ben je hier op de goede plek.”