Landschap, stevig beschermen of een beetje ruimte?

In 'het dilemma' spreken 2 betrokkenen zich uit over een kwestie in onze provincie.

Het typisch Noord-Hollandse landschap verdient bescherming, maar hoeveel? Zoveel mogelijk, zeggen voorstanders van de nieuwe Omgevingsverordening. Welnee, roepen critici, want dan heeft Noord-Holland straks veel te weinig woonruimte voor iedereen. Zij vrezen dat lokale belangen ondersneeuwen door het Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL). Moet de provincie meer maatwerk bieden bij bescherming van het landschap?

De provincie is niet de enige die het moeilijk vindt helder te communiceren. Veel overheidsinstellingen kampen met moeilijke taal in teksten. Zo deed de Nationale ombudsman in 2017 onderzoek naar MijnOverheid. De belangrijkste conclusie is dat het ministerie van Binnenlandse Zaken de gebruiker meer centraal moet stellen.




Eens

Rosemarijn Dral

Wethouder Gemeente Oostzaan

“Vooropgesteld: ik vind het een goede zaak dat meerdere partijen het landschap beschermen. Ik ben een geboren en getogen Oostzaanse. Met de natuurgebieden Het Twiske en Oostzanerveld voor de deur prijs ik mezelf nog elke dag gelukkig, ik woon in een pareltje. Naast wethouder ben ik een hobbyboerin met dieren. Daarom hecht ik, net als heel veel Noord-Hollanders, groot belang aan een mooie groene natuur. Deze provincie is rijk aan diverse landschappen. Die moeten we koesteren. Maar de Omgevingsverordening NH2020 beschermt óók natuur die geen natuur is. Maatwerk ontbreekt.”

Oneens

Evert Vermeer

Voorzitter Stichting Oer-IJ

“Met de Omgevingsverordening is Noord-Holland goed op weg om het landschap meer betekenis te geven. Lange tijd was er te weinig aandacht voor een gedegen integrale aanpak en hadden we te maken met terugtrekkende overheden. Omdat niemand echt de regie nam, bleven grote vraagstukken onopgelost. Het landschap leed daaronder en dat heb ik altijd betreurd.”

Deel op social media