Natuur, recreatie en historie hand in hand

Bijzondere samenwerking in de Oostelijke Vechtplassen

In de zuidoostelijke punt van Noord-Holland, bij Loosdrecht, liggen de Oostelijke Vechtplassen. Een prachtig natuur- en recreatiegebied, maar geplaagd door hardnekkige problemen waar te lang te weinig aan is gedaan. Kwaliteit en beheer van natuur, water, recreatie en openbare ruimte gingen jarenlang achteruit door tegenstrijdige belangen en gebrek aan geld. Wie het initiatief moest nemen tot een oplossing bleef jarenlang onduidelijk.

Die impasse doorbraken 21 partijen (overheden, bewoners- en natuurorganisaties, watersport- en recreatieondernemers) in december 2017 met hun handtekening onder het Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen. Het markeerde de start van tal van projecten die het gebied klaar voor de toekomst maken. Hiervoor investeren de ondertekenaars bijna € 80 miljoen tot 2027.

De maatregelen bestaan onder meer uit het verbeteren van de natuur- en waterkwaliteit, de aanleg van 800 hectare nieuwe natuur, het moderniseren van de recreatiesector, de aanleg van recreatieve routes voor varen, fietsen en wandelen en het baggeren van de Loosdrechtse Plassen.

Gedeelde belangen Wat het gebiedsakkoord écht bijzonder maakt, is het uitgangspunt dat natuur, recreatie en cultuurhistorie in het gebied elkaar versterken. Dit leidt tot vergaande samenwerking en oplossingen die verschillende belangen dienen en niet uitsluitend het eigenbelang. Zoals recreatieondernemers die ook aan natuurbeheer doen. 4 betrokkenen delen hun verhaal.

Gerlinde van der Meer, gemeente Wijdemeren

‘Zoeken naar oplossingen die voor iedereen goed zijn’

Sinds september 2017 is Gerlinde van der Meer betrokken bij de plannen rondom de Oostelijke Vechtplassen. Zij is bij de gemeente Wijdemeren de regisseur voor de uitvoering van het gebiedsakkoord en vertegenwoordigt haar gemeente in de regiegroep Oostelijke Vechtplassen.

“De wens van de gemeente Wijdemeren om het gebied Oostelijke Vechtplassen te ontwikkelen tot een aantrekkelijke en toegankelijke omgeving is er al jaren. Diverse plannen werden opgesteld maar liepen steeds op niets uit. De tegenstrijdige belangen van de betrokken partijen in het gebied speelden hierbij zeker een rol. Nu, een decennium later, staan er 21 handtekeningen onder het akkoord en zijn de eerste projecten in uitvoering.”

Belangen op tafel “Ik ben blij met waar we nu staan met de regie- en stuurgroep Oostelijke Vechtplassen. We moesten van ver komen, het was zeker geen gemakkelijk proces. En ook nu lopen we nog weleens tegen zaken aan. Maar dankzij de Mutual Gains Approach (MGA) die we hebben toegepast zijn we nader tot elkaar gekomen. Dit heeft geleid tot het gebiedsakkoord. En ook bij de uitvoering van het akkoord passen we deze benadering toe.”

In de Mutual Gains Approach leggen alle betrokken partijen hun belangen op tafel en lichten de achtergronden daarvan toe, zodat er begrip ontstaat voor ieders positie. Vervolgens wordt door de partijen gezamenlijk gezocht naar oplossingen en plannen waarbij zoveel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan alle belangen die zijn besproken.

“Meestal doen we dit in een proces waarbij getrechterd wordt van grove plannen naar steeds concretere uitwerkingen. Stap voor stap, zodat voor ieder duidelijk en transparant is waar we staan en wat de volgende stap is. Deze aanpak vraagt van de partijen aan tafel dat zij open en transparant zijn over hun belangen en wensen.

Pas dan kan er rekening mee worden gehouden. En het spreekt voor zich dat het daarbij enorm belangrijk is dat partners het elkaar ook gunnen verder te komen en zich daarvoor willen inspannen.”

Goede oplossingen voor iedereen “Je moet het zien als een proces totdat je komt tot een plan waar iedereen mee verder kan. Dat valt natuurlijk niet mee. Alle betrokken partijen hebben hun eigen belangen en die komen niet altijd met elkaar overeen. Om de recreatie te bevorderen is de aanleg van vaarverbindingen in de Oostelijke Vechtplassen belangrijk. Echter, de aanleg en het beheer van deze verbindingen kan de natuur verstoren. De tegenstellingen en verschillende belangen hebben er in het verleden toe geleid dat plannen weer in de ijskast verdwenen. Nu hebben we het akkoord: we zoeken naar oplossingen die voor iedereen goed zijn. De gedachte daarbij is dat waar de natuur sterker wordt, er ook meer ruimte voor recreatie ontstaat en dat wanneer recreatie ruimte krijgt, ook de natuur aandacht krijgt. We kijken daarbij naar het hele gebied en niet alleen naar die ene postzegel waarop een project zich afspeelt. Vandaar ook de naam ‘gebiedsakkoord’.”

“Goede communicatie, het zoeken naar overeenkomsten en het verder kijken dan je eigen belang is essentieel bij de uitvoering van het akkoord. Ik ben mij dan ook steeds bewust van het proces waar we in zitten. En gaandeweg is het soms nodig om bij te stellen. Ook dat doen we in overleg. Deze werkwijze kost tijd maar ik zie de meerwaarde van de gezamenlijke aanpak en samenwerking die we daarbij nu hebben opgebouwd. Dit krijg ik ook terug van de betrokken partijen. Een bevestiging dat we samen goed bezig zijn.”

Marije de Rooij, Bewonersfederatie Oostelijke Vechtplassen

‘Ik zie dat er echt iets met onze inbreng wordt gedaan’

Marije de Rooij, opgegroeid in Alkmaar, is enthousiast watersporter en komt al ruim 25 jaar in de Oostelijke Vechtplassen. Het was altijd haar droom in het gebied te wonen en die droom kwam uit. In 2015 verhuisde ze naar Loosdrecht, aan de rand van de Stille Plas.

“Ik kwam voor het water, maar sinds ik hier woon heb ik veel meer besef van de bijzondere natuur rondom de plassen. Vanuit mijn tuin, deels onderdeel van het Natura 2000-gebied, zie ik zoveel verschillende soorten vogels. En af en toe zwemt er zelfs een ree voorbij. De combinatie van natuur en water vind ik geweldig.”

Natuur, recreatie en leefbaarheid Marije is een van de oprichters van de Bewonersfederatie Oostelijke Vechtplassen. De federatie bestaat uit 5 verschillende bewonersverenigingen. Sinds september 2019 neemt de federatie deel aan de regiegroep en stuurgroep Oostelijke Vechtplassen.

“Wat wij als bewonersfederatie belangrijk vinden, is dat we worden betrokken bij het maken en uitwerken van de plannen. In het proces rondom het opstellen van het gebiedsakkoord is dat te beperkt gebeurd. We zijn blij dat we nu wel aan tafel zitten en kunnen meepraten.

De Mutual Gains Approach die rond het gebiedsakkoord gebruikt wordt, vind ik een mooie benadering: gezamenlijk zoeken naar een oplossing die voor iedere partij goed werkt. Net zo belangrijk is het dat alle betrokken bewoners goed geïnformeerd worden. Dit ontwikkelt zich nu de goede kant op, maar het mag nog beter en consequenter. En dan bedoelen we juist ook richting bewoners die niet aangesloten zijn bij de federatie. Ook zij moeten tijdig geïnformeerd worden over de plannen die worden gemaakt in hun leefomgeving.”

“Voor wat betreft de ontwikkelingen van de Oostelijke Vechtplassen: hier zien wij graag een goede balans tussen natuur, recreatie en leefbaarheid. We vinden het daarbij nuttig als de visie op het gebied duidelijker wordt. Er zijn wel concrete plannen en afspraken gemaakt, maar in de uitvoering is nu niet altijd duidelijk wat de strategie is en waarop wordt getoetst.”

Samenwerking “We komen uit een situatie waar over en weer weerstand was. Ik heb nu het gevoel dat we samen op de goede weg zijn. Een voorbeeld daarvan is het project rondom moerasvogels. Ik zie dat daar echt iets met onze inbreng wordt gedaan. En bewoners worden adequaat geïnformeerd, ook zij die niet aanwezig zijn bij de bijeenkomsten. Het kost tijd en moet nog wennen, maar het vertrouwen in elkaar wordt op deze manier stap voor stap opgebouwd.”

“Wat ik zou willen, is dat het een vanzelfsprekendheid is dat bewoners worden betrokken bij de plannen in hun leefomgeving. Als ik kijk naar de mensen die rondom de Oostelijke Vechtplassen wonen, dan zie ik veel kennis en kunde. Bewoners kennen het gebied veelal het beste en hebben uiteenlopende professionele achtergronden. Maak van beide gebruik. Mijn buurman is in de 90 en woont hier al zijn hele leven. Vraag hem om te vertellen over de geschiedenis van het gebied. Dat is waardevolle informatie.”

Arjenne Bak, Natuurmonumenten

‘We moeten er met z’n allen blij van worden’

Wat begon met de landgoederen in ’s-Graveland groeide in meer dan een eeuw uit tot de 3.000 hectare die Natuurmonumenten in de Oostelijke Vechtplassen beheert. Met de omvang van zo’n 4.400 voetbalvelden ongeveer de helft van het natuurgebied. Arjenne Bak is hier sinds 2017 gebiedsmanager.

De Oostelijke Vechtplassen zijn Natura 2000-gebied (Europese topnatuur) en onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland. Dat moet bestaande en nieuwe natuurgebieden beter met elkaar verbinden. Dit uitgestrekte plassengebied ten westen van Hilversum is één van de grootste laagveengebieden van Nederland. Unieke natuur in de drukke Randstad. En volgens plan komt daar nog 800 hectare nieuwe natuur bij. Bak: “Dat moet voor een groot deel nog worden ontwikkeld. Voor ons als Natuurmonumenten is dat aaneengesloten natuurgebied een van de belangrijkste doelen uit het gebiedsakkoord.”

Ook hoog op het verlanglijstje van de natuurvereniging staat verbetering van de waterkwaliteit. “Vooral in de veenplassen is het water van slechte kwaliteit, omdat er voedselrijk water van buiten moet worden ingelaten. Door het troebele water en de dikke lagen bagger op de bodem hebben inheemse waterplanten het moeilijk.” Alleen de cabomba gedijt er, een exotische waterplant die zo uitbundig groeit dat de watersport er zelfs hinder van ondervindt.

“Voor ons is ook de transitie naar een duurzame, natuurgerichte watersportsector belangrijk, met recreatie als kanoën en suppen, maar ook met schonere vaartuigen en minder lawaai. We hebben nee gezegd tegen de nieuwe vaarverbinding naar het Hilversums Kanaal, om de schadelijke effecten voor natuur en milieu.”

Winst voor de grote karekiet “Een van de natuurdoelen is het uitbreiden van het leefgebied van moerasvogels, zoals de grote karekiet. Die is zeldzaam omdat er nog maar weinig goede rietoevers zijn. Dat komt weer door ganzenvraat en de slechte waterkwaliteit. Er zijn op verschillende locaties rasters geplaatst om te voorkomen dat ganzen het riet wegvreten en dat werkt enorm goed. Je ziet dat riet onmiddellijk opschieten en hogere en bredere rietzones ontstaan. Dat is een eenvoudige maatregel, die bijna onmiddellijk effect sorteert. Op die plekken wordt door de grote karekiet weer succesvol gebroed.”

Doelstelling best wel ambitieus Op een aantal plekken groeien zeldzame orchideeën en andere bijzondere plantensoorten. Die gebieden zijn vanwege de grote kwetsbaarheid afgesloten voor recreatie. “Samen met de gebiedspartners en omwonenden kijken we graag wat er wél mogelijk is aan natuurrecreatie. Voor Natuurmonumenten is het belangrijk dat recreatieve voorzieningen natuur en landschap ondersteunen en niet beschadigen. Maar ook dat ze financieel, maatschappelijk en sociaal verantwoord zijn. En we moeten er met z’n allen blij van worden.” Bak: “Ik ben ervan overtuigd dat je met de integrale aanpak van het gebiedsplan het verst komt. Maar het kost veel tijd, overleg en discussie. De provincie is hier hard mee aan het werk. Het is de bedoeling dat het in 2027 allemaal klaar is, wat ik best ambitieus vind.”

Jacob van der Meulen, ondernemer

‘Wanneer gaat nou die schop de grond in?’

Jacob van der Meulen haakt graag aan bij activiteiten van plaatselijke verenigingen, horeca, VVV, Hiswa en Recron. Zo raakte hij ook betrokken bij de problematiek in de Oostelijke Vechtplassen. Met andere ondernemers zag de eigenaar van jachthaven De Uitkijk in Loosdrecht hoe het met de recreatie in het gebied bergafwaarts ging. Bij de provincie vonden ze met hun klachten gehoor.

“In gesprek met de provincie bleek dat niet alleen de recreatie in het gebied achteruit was gegaan, maar dat dat ook gold voor de waterkwaliteit en de natuur”, aldus Van der Meulen. Het was klip en klaar dat de problemen bij voorkeur in samenhang moesten worden opgelost. Jaren later, in december 2017, vonden meer dan 20 partijen elkaar in het gebiedsakkoord.

Erwtensoepgroen Van der Meulen maakt deel uit van de regiegroep. Die adviseert over de uitvoering van projecten. Zoals projecten waarin natuur en recreatie samengaan. Dat blijkt bijvoorbeeld goed mogelijk bij zonering. Dan bepaal je op welke plekken je geen recreatie toestaat, waar je mínder recreatie wilt en waar juist meer mogelijk is. “Als je zo’n akkoord hebt gesloten en dat integraal gaat uitvoeren, moet je dat doen met oog voor elkaars belangen. Ik kan hier in Loosdrecht ondernemen dankzij de kwaliteiten van dit gebied. Als er alleen een erwtensoepgroene plas zou zijn, waar niet op gevaren en in gezwommen kan worden, dan kan ik mijn bootverhuur wel opdoeken. Zo is het ook met natuur: dit is een waardevol gebied. Er kan veel, maar niet alles. Wanneer iemand zegt dat hij iets niet ziet zitten, wil ik wel altijd horen waaróm dat zo is.”

Vaart erin houden Als het aan de ondernemer ligt mag de uitvoering wel wat sneller en minder ambtelijk gaan. “We hebben hier al 100 jaar een baggerprobleem. Die bagger moet de plas uit, staat in het gebiedsakkoord. Maar ja, daarvoor moet onderzoek worden gedaan. Als dat lang duurt, loop je het risico dat het enthousiasme verdwijnt. We zitten dan ook verlegen om projecten die tot uitvoering komen. We produceren fantastische nieuwsbrieven, rapporten en noem het allemaal maar op, maar de vraag blijft wanneer we die schop gaan oppakken en er iets gaat gebeuren. We gaan er nu vanuit dat er in 2022 gebaggerd wordt, als het meezit met de vergunningverlening.”

Controverse De werkelijke test voor een geslaagde integrale aanpak ligt echter niet bij het baggerproject. Van der Meulen: “Van het verwijderen van de bagger ziet iedereen in dat het in de integrale aanpak past, want dat is goed voor de waterkwaliteit, de recreatie én de natuur. Dat kan niet worden gezegd van de door de recreatie gewenste nieuwe vaarverbinding met het Hilversums Kanaal, of het onteigenen van een lokale hobbyboer. Dan gaat het over controversiële onderwerpen die niet zo eenvoudig met die integraliteitsgedachte zijn af te dekken.”

Deel op social media